Na regen komt zonneschijn

In de bijbel staan verschillende stukken wat er op wijst dat er na regen (ongeluk) altijd een straaltje licht komt (geluk, liefde, whatever).

Neem bijvoorbeeld de verloren zoon! of denk aan het verhaal van Noach, daar kun je dit spreekwoord wel heel letterlijk nemen. Ik denk dat het vrij normaal is dat je tegenslag in je leven ervaart. De één misschien meer dan de ander, de een misschien psychisch de ander lichamelijk etc. Iedereen heeft een verhaal net als ik.

 

Mijn verhaal is dan weer net niet zo bijzonder als die van Noach, de wereld vergaat niet of zoals het verhaal van Jozef, ik werd niet als slaaf verkocht. Mijn verhaal is misschien wel een beetje zoals het verhaal van wat je de afgelopen jaren wel vaker hoort.  Mijn verhaal is gebaseerd op gevoel, vrienden, familie, God en school. Na elke tegenslag ontvang ik een beetje zon dat naar binnen probeert te schijnen.

 

Je kunt hier echt heel veel voorbeelden uit halen die je kunt baseren op na  regen komt zonneschijn.

'Die Heerser zal glanzen als het ochtendlicht, Hij zal stralen als de zon op een wolkeloze morgen. Door Hem zal er nieuw leven komen, net zoals door de warmte van de zon na de regen het jonge groen uit de grond tevoorschijn komt."'

2 SAMUEL 23:4
https://my.bible.com/bible/1276/2SA.23

zo wil ik me gaan verdiepen in het verhaal van Jona.

 

 

Het verhaal van Jona
'De Heer zei tegen Jona, de zoon van Amittai: "Ga naar de grote stad Ninevé . Zeg tegen de bewoners van Ninevé dat Ik hen ga straffen voor alle vreselijke dingen die Ik daar heb zien gebeuren." Maar Jona wilde niet gaan. Hij probeerde naar Tarsis te vluchten, weg van de Heer. Hij wilde de Heer niet meer dienen. Hij reisde naar [ de havenstad ] Jafo en vond daar een schip dat naar Tarsis zou varen. Hij betaalde om mee te mogen en ging aan boord. Zo ging hij op weg naar Tarsis, op de vlucht voor de Heer. Maar de Heer liet een zware storm komen. Het schip dreigde te breken in de golven. De zeelui werden bang en riepen allemaal hun eigen goden om hulp. En ze gooiden de lading in zee, om het schip lichter te maken. Maar Jona lag rustig in het ruim van het schip te slapen. De kapitein van het schip ging naar hem toe en zei: "Kom, slaapkop! Sta liever op en bid tot je God. Misschien zal jouw God ons willen redden, zodat we niet vergaan." De zeelui besloten erover te loten wiens schuld het was dat ze in gevaar waren. Het lot wees Jona aan. Ze zeiden tegen hem: "Vertel ons waarom ons dit overkomt. Wat heb je gedaan en waar kom je vandaan? Van welk volk ben je?" Hij antwoordde: "Ik ben een Hebreeër. Ik aanbid de Heer, de God van de hemel, die de zee en het land heeft gemaakt." Toen werden ze heel erg bang en zeiden tegen Jona: "Wat heb je dan gedaan?" Want ze wisten dat Jona op de vlucht was voor de Heer. Dat had hij hun verteld. Ook vroegen ze: "Wat moeten we met je doen om de zee weer kalm te krijgen?" Want de zee werd steeds ruiger. Jona antwoordde: "Gooi me maar in zee. Dan zal de zee weer kalm worden. Want ik weet dat deze storm mijn schuld is." [ Maar de mannen wilden hem niet in zee gooien. ] Ze probeerden het schip roeiend ergens aan land te krijgen. Maar de golven werden steeds hoger, zodat het niet lukte. Toen riepen ze tot de Heer en zeiden: "Heer, laat ons alstublieft niet [ voor straf ] zinken als we deze man, die ons niets gedaan heeft, in zee gooien. Want Heer, U doet wat U wil." Toen tilden ze Jona op en gooiden hem in zee. Toen kalmeerde de zee. De mannen kregen diep ontzag voor de Heer. Ze offerden Hem een dier en deden Hem beloften. En de Heer stuurde een grote vis om Jona te redden. De vis slikte Jona in en Jona zat drie dagen en drie nachten in de buik van de vis.'

JONA 1:1-17
https://my.bible.com/bible/1276/JON.1.1-17

'De Heer zei tegen Jona, de zoon van Amittai: "Ga naar de grote stad Ninevé . Zeg tegen de bewoners van Ninevé dat Ik hen ga straffen voor alle vreselijke dingen die Ik daar heb zien gebeuren." Maar Jona wilde niet gaan. Hij probeerde naar Tarsis te vluchten, weg van de Heer. Hij wilde de Heer niet meer dienen. Hij reisde naar de havenstad Jafo en vond daar een schip dat naar Tarsis zou varen. Hij betaalde om mee te mogen en ging aan boord. Zo ging hij op weg naar Tarsis, op de vlucht voor de Heer. Maar de Heer liet een zware storm komen.
Het schip dreigde te breken in de golven. De zeelui werden bang en riepen allemaal hun eigen goden om hulp.
En ze gooiden de lading in zee, om het schip lichter te maken. Maar Jona lag rustig in het ruim van het schip te slapen. De kapitein van het schip ging naar hem toe en zei: "Kom, slaapkop! Sta liever op en bid tot je God.
Misschien zal jouw God ons willen redden, zodat we niet vergaan." De zeelui besloten erover te loten wiens schuld het was dat ze in gevaar waren. Het lot wees Jona aan. Ze zeiden tegen hem: "Vertel ons waarom ons dit overkomt. Wat heb je gedaan en waar kom je vandaan? Van welk volk ben je?" Hij antwoordde: "Ik ben een Hebreeër. Ik aanbid de Heer, de God van de hemel, die de zee en het land heeft gemaakt." Toen werden ze heel erg bang en zeiden tegen Jona: "Wat heb je dan gedaan?" Want ze wisten dat Jona op de vlucht was voor de Heer.
Dat had hij hun verteld. Ook vroegen ze: "Wat moeten we met je doen om de zee weer kalm te krijgen?" Want de zee werd steeds ruiger. Jona antwoordde: "Gooi me maar in zee. Dan zal de zee weer kalm worden. Want ik weet dat deze storm mijn schuld is." Maar de mannen wilden hem niet in zee gooien.  Ze probeerden het schip roeiend ergens aan land te krijgen. Maar de golven werden steeds hoger, zodat het niet lukte. Toen riepen ze tot de Heer en zeiden: "Heer, laat ons alstublieft niet voor straf zinken als we deze man, die ons niets gedaan heeft, in zee gooien.
Want Heer, U doet wat U wil." Toen tilden ze Jona op en gooiden hem in zee. Toen kalmeerde de zee. De mannen kregen diep ontzag voor de Heer. Ze offerden Hem een dier en deden Hem beloften. En de Heer stuurde een grote vis om Jona te redden. De vis slikte Jona in en Jona zat drie dagen en drie nachten in de buik van de vis.'

 

Wat kun je halen uit dit verhaal? Natuurlijk is dit maar een klein stukje, het belangrijkste stuk moet nog komen.

Uit dit stuk haal je dat het blijkbaar in de bijbel ook al erg moeilijk was om je volledig te geven aan God. Maar als Jona uiteindelijk tot inzicht kom doordat God hem in een storm stuurt en zelfs in de buik van een vis laat zitten gaat Jona nadenken. 

 

'Toen Jona daar in de buik van de vis zat, bad hij tot zijn Heer God. Hij zei: "Heer, toen ik in nood was, riep ik U om hulp. En U antwoordde mij. Toen ik dacht dat ik zou sterven, schreeuwde ik het uit. En U luisterde naar mij.
U had mij in de zee gegooid, in de waterdiepte. De golven sloten zich boven mij. Ik dacht: 'U wil mij nooit meer zien.
Zal ik ooit weer in uw heilige tempel komen?' Overal om mij heen was water. Ik zou verdrinken. Ik zonk naar de diepte. Er zat zeewier rond mijn hoofd. Ik zonk helemaal naar de bodem van de zee, tot het diepst van de aarde.
Ik zou nooit meer boven komen. Toen redde U mij van de dood, mijn Heer God! Toen ik doodsbang was, bad ik tot U. Heer, U hoorde mijn gebed in uw heilige tempel. De mensen die afgoden aanbidden, verlaten de God die goed voor hen is. Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven."
Toen gaf de Heer de vis het bevel om Jona uit te spugen op het strand.' 
één dagreis ver de stad in. Daar begon hij tegen de mensen te spreken: "Jullie hebben nog 40 dagen de tijd. Dan wordt Ninevé ondersteboven gekeerd!" En de mannen van de stad geloofden God. Ze lieten rondzeggen dat iedereen, van hoog tot laag, rouwkleren moest aantrekken en niets meer moest eten, als teken van spijt. Ook de koning van Ninevé kreeg te horen wat Jona zei.
Toen stond hij op van zijn troon, legde zijn koningsmantel af, trok rouwkleren aan en ging in de as zitten. De koning en de bestuurders van de stad lieten in de stad omroepen: "Geen mens of dier mag nog iets eten of drinken. Koeien en schapen mogen niet grazen en geen water drinken. Alle mensen moeten rouwkleren dragen.
En ze moeten ook als teken van rouw zakken leggen over de ruggen van hun vee. Iedereen moet luid tot God roepen en ophouden met het doen van slechte dingen. Iedereen moet spijt hebben van de slechte dingen die hij heeft gedaan. Wie weet zal God dan zijn plannen veranderen en niet doen wat Hij heeft gezegd. Misschien zal Hij dan niet langer boos zijn en zal Hij ons niet doden." God zag wat ze deden. Hij zag hoeveel spijt ze hadden van alle verkeerde dingen die ze hadden gedaan. Daarom veranderde Hij zijn plannen. Hij besloot om de stad niet te vernietigen.'

Inspirerend stukje over Jona die opgeslurpt werd door een vis en daar een paar dagen heeft gezeten. Ik gok dat weinige dat verhaal na kunnen vertellen. Maar Jona die bad in de buik tot God en besefte dat hij zijn belofte aan God zou moeten nakomen en toen hij na het bidden uiteindelijk uit de buik van de vis kwam ging hij meteen naar Nineve. In Nineve verrichtte hij goed werk door mensen te laten inzien dat ze slecht bezig waren en daardoor gingen de mensen rouwen. Soms hebben we denk ik allemaal iemand nodig die ons verteld van "hey je bent goed bezig" of "oh no dit gaat helemaal fout. " Als dat er was kon je je gemakkelijk aanpassen en foute dingen voorkomen zoals Jona hier deed. Er zouden meer Jona's moeten zijn af en toe. Het punt van het verhaal is dat het allemaal goed is gekomen met Jona hij is niet geëindigd in de buik van een vis maar kreeg van God de kans om zich te bewijzen. Mij lijkt het inderdaad een zware taak van Jona.  Ik denk dat ik ondanks alles misschien wel hetzelfde zou doen als je een paar punten na gaat.

  1.  Ik ben nog maar net achttien en sta daar als jongvolwassene tegen een volk iets te zeggen van mensen die misschien al wel het 4 dubbele van mijn leeftijd zijn.
  2. Ik hou sowieso niet van voor enorme grote groepen praten, vreselijk.
zo kan ik nog veel meer dingen bedenken waarom ik het niet zou willen doen maar Jona had God bij zich (uiteindelijk) en daarom kon hij het toch wel. Ondanks dat hij er echt als een gigantische baksteen ertegen opzag.
De dominee had in de kerk pas een hele mooie tekst uit de bijbel en die zal ik hier als afsluiting van het stuk neerzetten.  Mij gaf het kracht, ik hoop dat als je het leest het jou ook kracht geeft.

'Jezus keek hen aan en zei: "Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God. Want bij God zijn alle dingen mogelijk."


Dat was het weer voor deze keer! hopelijk vond je het leuk, laat het me dan vooral weten en voor vragen kun je altijd bij me terecht. Om de week af te sluiten heb ik hieronder nog een opwekking die je misschien wel leuk vind om te luisteren! Het heeft er ook mee te maken dat met God alles mogelijk is. Ze zingen hierin dat Jezus een overwinnaar is.

groetjes,

Wendy

Reactie schrijven

Commentaren: 0

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.

Powr.io content wordt niet weergegeven als gevolg van je huidige cookie-instellingen. Klik op het cookiebeleid (functioneel en marketing) om akkoord te gaan met het cookiebeleid van Powr.io en de content te bekijken. Je kunt hierover meer lezen in de privacyverklaring van Powr.io.